Alaaf is de meest bekende groet tijdens het carnaval, maar er bestaan verschillende verklaringen voor de oorsprong en betekenis van dit woord. Een van de verklaringen is gebaseerd op de taalkundige structuur van het woord "elf", dat een verrassende overeenkomst vertoont met "alaaf". Dit suggereert dat er een verband moet bestaan tussen beide woorden.
Een minder bekende, maar daarentegen wel de meest serieuze verklaring, gaat terug naar uitdrukkingen in het Middelnederlands, zoals "Al hebbe se mi nit helpe willen, Allaf (all ave) Jupp, die sprong gelik bei". Dit betekent de positieve uitzondering op een negatieve regel. Het woord "af-(ave) God" en "averechts" wijzen in dezelfde richting. "Alaaf Kölle" betekent "het mag dan elders niet alles zijn, maar in Keulen is het goed toeven (met carnaval)".
In het Joods betekent "Alaaf" "eerste". "Allaf Keulen" betekent in voorkomend geval "er gaat niets boven Keulen", aangezien Keulen op de "eerste plaats" staat. Het is interessant om te weten dat de Israëlische legeraanvoerder "aluv" heet. Het verschil tussen de woorden "Alaaf", "Helau" (de groet uit Mainz) en zelfs ons normale "Hallo" is miniem en betekenen grotendeels hetzelfde. Dit komt omdat de "h" in veel talen niet uitgesproken wordt en de "f" en "u" gemakkelijk met elkaar verwarrend zijn.
Het salueren tijdens carnaval in het Duitse Rijnland is ontstaan uit verzet tegen de Pruisische overheersing. In die tijd was men in het Rijnland ontevreden over de militaire opstelling van Pruisen en om dit te parodiëren, werd een alternatieve groet bedacht. Deze groet was een afwijkende manier van groeten ten opzichte van de traditionele groet, waarbij men de rechterhand tegen de rechterslaap hield.
In plaats daarvan werd de top van de rechterhand naar de linkerslaap gehouden, een duidelijke verwijzing was naar het militarisme. Dit was de manier om humoristisch uit te drukken dat men het niet eens was met de overheersing door de Pruisen. Tegenwoordig is deze groet nog steeds een integraal onderdeel van de carnavalstraditie en wordt het gebruikt als een uiting van feestvreugde en samenhorigheid tijdens de carnavalstijd. Het is een opmerkelijk feit dat deze groet, die oorspronkelijk bedoeld was als een parodie op de Pruisische militaristische drang, nu een symbool is geworden van vrijheid, feest en verbroedering.
De Baeker Pottentaote (Beek) zeggen i.p.v. alaaf sinds 1947 'Allewiel', ook groet men daar met de linkerhand de rechterkant van het gezicht. Naar een idee van graaf Jeu Corten.