De Orde van de Gulden Humor en daarmee Lid in de Broederschap van de Orde van de Gulden Humor, wordt vanaf 1962 als hoogste Limburgse vastelaovesorde door de Samewirkende Limburgse Vastelaovesvereniginge verleend aan kandidaten die zich bijzonder verdienstelijk hebben gemaakt voor de bevordering van de levensblijheid, de humor of de vastelaovend, een ruime bekendheid genieten in de provincie Limburg en niet uit commercieel oogpunt betrokken zijn bij de vastelaovend als zodanig.
Deze Orde is in 1962 de eerste keer verleend aan Charles Eyck, in 1963 aan Toon Hermans en in 1964 aan Godfried Bomans. De Orde is in totaal al 51 keer uitgereikt en namen als Joseph Luns, Paul van Vliet, Marion Lambriks en recenter Jan Huijskens, Jeu Sprengers, Thijs Wöltgens, Lei Meisen, Martin Eurlings, Jan Smeets, Willem Vermeend, Pierre Cnoops, Erica Terpstra, Maria van der Hoeven, Alf Poell, Karel Fiddelers, Tom Doesborg, Frans Pollux en de organisaties Limburgs Symphonie Orkest, Limburgs Schuttersgilde, LBM, het LVK, de BCL, 't Gilde Blauw Sjuut, Liveke, Frans Timmermans en Thijs Brand prijken op de lijst van de Broederschap.
De toekenning van de Orde van de Gulden Humor gebeurt op voordracht van alle lidverenigingen. Het bestuur van de Samenwirkende Vastelaovesvereniginge legt een voorstel tot benoeming voor aan de algemene vergadering.