Ze deden het nu zogenaamd even ‘kort en goed’. Want na een 9 x 11-jarig bestaansfeest wacht al snel een eeuwfeest. En ook dat wil de Eygelshovense carnavalsvereniging volgend jaar niet stilletjes voorbij laten gaan.

Maar ‘kort en goed’ betekent in Eygelshoven nog steeds: een jubileumfeestavond in een drukbezocht Socio Project met een keur aan Limburgse en – zoals hier gebruikelijk – Keulse artiesten, inclusief de proclamatie van jubileumprins Dylan (I) Frings. Daags daarna, op zondagmorgen, was iedereen weer vroeg uit de veren voor een door de harmonie opgeluisterde dialectmis in de grote parochiekerk. Samen met twee doedelzakspelers werd het ontroerende Highland Cathedral gespeeld. Het feestweekeinde werd afgesloten met een maar liefst zes uur durende receptie om het dorp, maar vooral ook de vrienden van alle andere SLV-verenigingen, de kans te geven de jubilaris te feliciteren.

De KV Burgerlust behoort in Limburg tot een van de oudste verenigingen. „Ze weten in Eygelshoven prima mee te bewegen in de tijd, ze stemmen hun programmering af op de doelgroepen en doen er alles aan de gemeenschap echt bij de vastelaovend te betrekken”, zegt president Bart Maes van de Samewirkende Limburgse Vastelaovesvereniginge (SLV), waarbij ‘Eygelshoven’ van meet af aan is aangesloten. Hij is lovend en enthousiast over de staat waarin de Karnavalsvereniging Burgerlust verkeert. Die ontstond in 1924 als een ‘marottenclub’ om met de carnavalsdagen één of meerdere bals te organiseren. En de vereniging doet dat 99 jaar later – zij het in een andere verschijningsvorm – in feite nog steeds. Over de herkomst van de naam Burgerlust wordt tot op de dag van vandaag gediscussieerd. Maar grote kans dat die is geïntroduceerd door enkele mijningenieurs en -technici van Laura en Vereeniging, die oorspronkelijk uit Nijmegen afkomstig waren en waar een ‘Sociëteit Burgerlust’ bestond.

„Het erfgoed leeft er echt”, zegt Maes over de KV Burgerlust. Dat blijkt volgens hem onder meer uit de Burgerlusthof, die afgelopen jaar in een deel van de Laethof is geopend. Dat is een eigen verenigingslokaal met op de eerste verdieping een eigen museumpje, een ‘relikwieënkamer’, waar nog zelfs de allereerste prinsenmuts van papier bewaard is gebleven. Maes omschrijft de Burgerlust als een dynamische club en noemt als voorbeeld de openlucht-feestavond Koele Party, die enkele jaren geleden op de vrijdag voor carnaval in Eygelshoven is opgezet om jongeren meer bij carnaval te betrekken. „De uitdaging voor de vereniging – maar dat zie je bij alle carnavalsverenigingen – is het zoeken van de aansluiting met de jeugd op het moment dat ze naar de middelbare school gaan. Ik zie dat ze dat met bijvoorbeeld die Koele Party wel hebben gevonden. In eigen geledingen hebben ze gelukkig ook veel jong bloed aangetrokken.”

 

Bron: Dagblad De Limburger | Jos van den Camp