In Roermond was ‘De11devande11de’, het startschot van de Limburgse vastelaovend, al maandenlang stijf uitverkocht. De organisatie verkocht 16.500 toegangskaarten voor €11,11 per stuk. Daarnaast konden nog 350 gasten op het vipdeck genieten van acts zoals Bjorn & Mieke, Big Benny, Pruuf Mar, Rempetemp en de ongekroonde koningin van het Limburgse lied, Beppie Kraft. Regionale omroep L1 zond de optredens live uit.
Ook dit weekend slingeren de polonaises en carnavalsoptochten weer door de straten. Nu begint carnaval eigenlijk pas écht. Door de commerciële aantrekkelijkheid transformeert het aloude volksfeest naar een business die het hele jaar draait. En daarmee nemen voor de organisatoren ook de risico’s toe.
‘Doordat het drukker wordt stijgen de kosten voor camera’s, verlichting en vooral beveiliging’
Frank Suijkerbuijk, horecaondernemer Den Bosch ‘Of het commerciëler is geworden kan ik niet beoordelen. Maar het is wel drukker,’ beaamt horecaondernemer Frank Suijkerbuijk, al zestien jaar uitbater van restaurant De 7evenden Hemel in de Korte Putstraat in Den Bosch. ‘En doordat het drukker wordt, stijgen de kosten: camera’s, extra verlichting, beveiliging – en vooral die laatste stijgt hard.’ Samen met andere ondernemers in de straat organiseert Suijkerbuijk jaarlijks op de donderdag voor carnaval ‘Roet Korte Put’. Alleen ondernemers zijn dan welkom, voor het meest carnavaleske business-event in Nederland. Voor toegangskaarten à €77 is er een heel programma, met entertainment, eten en drinken. ‘Er staan dan ongeveer 2500 mensen in de straat. De kaartjes zijn vaak binnen een uur uitverkocht.’ Het evenement viert dit jaar een jubileum met de elfde editie – een kroonjaar in carnavalsland. Daarmee is het nog een relatief jonge traditie, in een stad waar ‘De Oeteldonksche club van 1882’ tijdens carnaval de dienst uitmaakt. Inmiddels is de donderdag als ondernemersdag ingeburgerd in Den Bosch.
Worsteling
Ineke Strouken gaf 32 jaar leiding aan het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland. Zij vindt dat traditie en commercie elkaar helemaal niet hoeven te bijten. ‘Commercie en traditie horen bij elkaar, daar mag je best aan verdienen.’ Strouken zag het volksfeest de afgelopen jaren weliswaar commerciëler worden, maar het belangrijkste blijven de mensen. ‘Zonder commercie zullen we nog altijd carnaval vieren, maar zonder vrijwilligers houdt het snel op.’ Ze denkt dan ook niet dat commerciële partijen steeds meer gaan bepalen wat carnaval is. Wel vindt ze hun bijdrage een goede investering. ‘Als je investeert in immaterieel erfgoed, levert dat 2,5 keer de investering op – dat is onderzocht.’ Inmiddels adviseert Strouken gemeenten en verenigingen over de historische gebruiken en tradities van carnaval. En daar knelt het soms. ‘Je moet die vrijwilligers koesteren en ondersteunen in hun werk. Dat lukt niet als je regels op regels blijft stapelen.’ Ze verwijst naar de worsteling van een groeiend aantal gemeentes met regels voor milieu, duurzaamheid en veiligheid. Die veiligheid is een grote aanjager van de professionalisering van carnavalsevenementen, van optocht tot liedjesfestival of ander festijn. Zo maken bij de Kuukse elfkroegetocht in Cuijk de kosten voor het inhuren van beveiligers, afzetten van wegen, het plaatsen van hekken en aanbrengen van tijdelijke bewegwijzering inmiddels 25% tot 30% van het budget uit.
Veiligheidsgevoel
Dat de beveiligingskosten zo hard stijgen is niet gek, zegt Leon Vincken van Vereniging Veiligheidsdomein Nederland (VVNL). De brancheorganisatie zag in coronatijd veel mensen uitstromen. ‘En nieuwe mensen moeten wel opgeleid worden voor ze als gediplomeerd beveiliger aan de slag kunnen.’ Vincken waarschuwt daarom burgemeesters en carnavalsverenigingen die kiezen voor alternatieve methoden om grote mensenmassa’s in goede banen te leiden. ‘Als ze afwijken van de wetgeving en er gebeurt iets, zijn ze wel verantwoordelijk voor de gevolgen.’ Vincken zag het veiligheidsgevoel in de samenleving veranderen. Steeds meer mensen houden zich bezig met beveiligings- of aanverwante taken, waaronder sfeerbeheerders, boa’s en verkeersregelaars. ‘De Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus uit 1997 is wat dat betreft al verouderd. Daardoor zoeken ondernemers en organisatoren nu de ruimte op.’
De carnavalsevenementen worden steeds populairder en daardoor groter. De Kuukse elfkroegetocht begon in 1986 met een paar honderd deelnemers. Dit jaar ontvangt het dorp Cuijk, met 18.000 inwoners, op één dag 14.000 deelnemers aan de kroegentocht. In Roermond komen op zaterdag 18.000 carnavalsvierders bijeen op het Stationsplein. De jaarlijkse lichtjesoptocht in Well (2485 inwoners) op carnavalsmaandag trekt 10.000 bezoekers. Dat zijn andere aantallen dan een paar honderd mensen in een kroeg. Voor sommige carnavalsverenigingen werd vooral het financiële risico te groot. In Venray droeg vastelaovesvereniging De Piëlhaas de grote evenementen over aan de plaatselijke horeca. Daardoor had de vereniging de handen vrij om zich te richten op de tradities die het lokale carnaval speciaal maken.
Carnaval is dynamisch, immaterieel erfgoed
‘Als je kijkt naar de foto’s en verhalen van vroeger, dan zie je dat er al een hoop is veranderd,’ vertelt Bart Maes. Hij is eigenaar van communicatiebureau Art-is in Weert, maar bovenal president van de Samewirkende Limburgse Vastelaovesvereniginge (SLV). De SLV adviseert de zeventien grootste carnavalsverenigingen van Limburg. Dat tradities veranderen is niet erg, ook niet als dat vanwege commerciële of andere belangen gebeurt. ‘Carnaval is dynamisch, immaterieel erfgoed. Dat past zich wel aan.’
Eén traditie lijkt wel stand te houden: de bierconsumptie. Voor brouwers is carnaval een topevenement, met een productie die oploopt tot wel vele duizenden hectoliters extra. En daar vaart ook de horeca wel bij. Volgens onderzoek van het Brabants Dagblad verdient de horeca in Den Bosch €18 mln tijdens carnaval.
Dit artikel verscheen in het FD van 8 februari en werd geschreven door Freek Kilsdonk.
Het hele artikel is hier te lezen.