Burgemeester Vlecken opende het congres met een humoristisch speech over een ordonnantie uit 1661 (33 x 11 jaar oud) die Weerternaren verbood om deel te nemen aan de carnavalsoptocht. Door het verbod probeerde men ongeregeldheden te voorkomen in het kader van handhaving van de openbare zedelijkheid. Dit blijkt met name uit de hoogte van de boete, want een ‘goudgulden’ was een geldstuk dat de meeste mensen slechts zelden in handen kregen. Of er ook een boete is opgelegd of zelfs geïnd, is niet bekend, maar leek de burgemeester niet waarschijnlijk. In elk geval geeft het aan dat er al een heel lang een carnavalstraditie in Weert is.
De organisatie en financiering van het congres waren in handen van de Samenwirkende Limburgse Vastelaovesverenigingen (SLV) en de Bond Carnavalsverenigingen Limburg (BCL).
De NEG zorgt onder andere voor uitwisseling en documentatie van informatie over carnavalsgebruiken en legt grensoverschrijdende contacten tussen carnavalsbonden in Europa.
Op vrijdag trad de Italiaanse carnavalsbond uit Gambettola ‘Çarnevale della Romagna’ (met een carnavalsoptocht op Tweede Paasdag!) toe tot de NEG en Kroatië als kandidaat-lid. Vrijdagavond waren o.a. de Verkuskop, de Brokwachters, De Beesterbolle, Kratskreijje, Spoeekejaegers, Moezevangers, Schaopkes F.V. de Droppelkes, allen vastelavendverenigingen uit de kerkdorpen en wijken van Weert, te gast in de Paterskerk om kennis te maken met de afgevaardigden van het NEG.
Op zaterdagmorgen presenteerde stadsvastelaovendjvereîniging de Rogstaekers een inkijkje in de Weerter vastelaovendj. Daarna werd er o.a. gesproken over thema’s zoals jeugd en carnaval, verzekeringen en carnavalsoptochten, vergroten van inclusiviteit. Op uitnodiging van de Limburgse bonden werd in samenwerking met de gemeente Weert de internationale carnavalsbonden een programma aangeboden over Weert. Naast de ontvangst met Weerter vlaai en deelname aan het congres werden er culturele bezoeken afgelegd aan onder andere de Martinuskerk, kasteelpark Nijenborgh, proeflokaal de Weerter stadsbrouwerij, abdij Maria Hart, de Wilhelmus Hubertus molen en uiteraard MuseumW, waar conservator Lennart Willems de aanwezig uitleg gaf over de collectie van het museum.